Het lijkt alsof die stem niet bij haar hoort. Alsof het een stiefkind is dat ze drilt en soms liefdevol streelt, dan weer even los laat, om het weer naar zich toe te trekken en een ferme tik uit te delen. Ze beheerst haar stem beter dan zichzelf. Ze wankelt op haar magere benen en haar ogen kijken naar binnen. Mooie fifties eyeliner boven een slaperige blik. Een enorme hoeveelheid haar op haar hoofd, te zwaar voor dat fragiele lichaam dat het dragen moet. Het slutty tulen jurkje mist zijn effect. Het hangt ongelukkig om haar lijfje als een gevallen parachute. Ze lijkt zich te storen aan haar verliefd starende publiek. De liefde is niet wederzijds, ze mompelt half verstaanbaar tussen de nummers door en reageert haast verstoord op de geluiden uit haar omgeving. Maar ach, wat maakt het uit, zij heeft die stem: rauw, diep, oprecht, teder, hees, soms amechtig hijgend of oppervlakkig, maar meestal raak: recht je hart in.
Michelangelo zei dat hij de beelden alleen nog maar van overtollig steen hoefde te bevrijden. Ze waren er al. Dat talent, dat je contact hebt met die trilling van wat iets moet worden, dat je ziet waarvoor je bent bedoeld en dan iets maakt wat boven de orde uitstijgt, dat is echt maar een enkeling gegeven. En dat had zij, die stem, en ze kon niet anders dan hem gebruiken. Maar dan de hel, de anderen, die alles waar ze van houden kapot willen maken. Ze wilde zingen, haar ongeluk, haar pijn, haar liefde uitstorten in al haar uithalen, kreunen en grauwen. Die stem gaf haar een haast bovenaardse staat en was tevens haar dramatisch ongeluk. Want, ze wist dat ze iets ongelooflijks kostbaars bezat. Maar wat moest ze ook anders? En wat moest ze met de anderen?
Leven is loslaten tot aan de dood. Zij was los, drijfzand. Haar enige houvast was haar stem. Is het zonde dat ze dood is? Het zou kunnen dat zij en haar collega’s Jim en Kurt en de rest, alles uit hun talent hebben gehaald en dat ze bij leven als de dood waren het te verliezen. Omdat ze bang waren dat ze anders niets over hadden. Ze hebben alles gegeven en de angst platgespoten en de woede verzopen. Dat was een vloek voor hen, en een zegen voor de rest van wereld. Talent dat maar eens in de zoveel tijd voorkomt en dat nooit ouder wordt dan 27. Back to black. Maar met een hemeltergende gave die ons voor altijd geschonken is.