In de levensbaan van een kunstenaar doet zich een duidelijk aanwijsbaar punt voor. Het moment waarop de eigen stem zich voor het eerst laat horen. De kracht van die ontdekking verbreidt zich, zoals bloed in water (David Foenkinos – Charlotte)
Onlangs woonde ik een bijeenkomst bij voor kunstenaars en creatieve ondernemers. Een acteur die er een lezing hield, adviseerde trouwens dat we ons beter “ideeënmakers” zouden kunnen noemen. “Bedrijven zijn daar gek op”, zei hij om toe te voegen dat de term kunstenaar niet meteen een goede binnenkomer is. Oké, ideeënmaker dan. Ik vind mezelf meer een verzamelaar en hergebruiker van verhalen van anderen, die ik opnieuw vormgeef samen met anderen of alleen.
Wie ook een lezing gaf tijdens de middag, was Elsemiek Meijs van het bedrijf Spark. Zij noemt zichzelf een business story telling coach en ze helpt organisaties en bedrijven hun verhaal te vinden. Voor mij geen onbekend terrein, omdat ik zelf in 2011 Huis van Duif, de plek voor verhalen begon, een tekstbureau, gespecialiseerd in levensverhalen. Het kwam helaas niet echt van de grond en daarom heet ik sinds een paar maanden weer naar mezelf. Maar door de bijeenkomst met Elsemiek, begreep ik ineens waarom het (nog) niet was gelukt.
Meijs gaf mooie voorbeelden, onder andere met een filmfragment van Alice in Wonderland, een van mijn favoriete verhalen, en vertelde over het schema van de “reis van de held” van Joseph Campbell, waarin beschreven wordt hoe iemand zijn roeping volgt, tegenslagen overwint en uiteindelijk gaat staan voor zijn missie. Ze vroeg aan ons eens na te gaan wat ons had geroepen tot wat we nu deden. Hoe waren we tot de keuze gekomen. Ze vroeg ons naar ons verhaal en ook het waarom ervan. Ik raakte meteen in verwarring. Wat moest ik nu noemen? Mijn roeping als (tekst-)schrijver/journalist? Als kunstenaar? Als verhalenontdekker en vormgever? En wat was mijn verhaal eigenlijk? Langzaam begon het me te dagen dat ik mijn Huis van Duif had opgericht als een bureau over levensverhalen, maar dat ik mijn eigen verhaal was vergeten te ontdekken en te vertellen. En ik begreep dat ik daardoor, net als Alice, van mijn pad was afgeraakt en in het konijnenhol naar beneden was gedonderd en ik daar nu lag te overwegen hoe ik weer thuis moest komen.
Het interessante waar ik ook achter kwam na die middag is dat mijn roeping niet ging over schrijven of tekenen, maar dat het ging over mijn passie voor mensen en verhalen en over het gebruiken en vormgeven van die verhalen. En dat die oproep er in 2010 was geweest in de vorm van een telefoontje van een dierbare vriendin, die vroeg of ik het levensverhaal van haar overleden broer wilde gaan schrijven. En het gebeurde daarna in 2013 op het moment dat ik besloot levensverhalen uit de buurt te gaan schrijven en vormgeven, wat uiteindelijk resulteerde in het boek “Dorp in de stad”. Ik heb die momenten gehad en ik heb ze gevolgd, maar ik ben halverwege het verhaal afgedwaald. In het schema van “De reis van de held” zit, net voor het einde, een stap die de dolk heet. Het gaat over verraad. En dat kan ook heel goed een dolk zijn die je in je eigen hart steekt, een verraad aan jezelf omdat je niet vertrouwde op je weg en omdat je je eigen verhaal en roeping niet serieus wilde nemen, je te veel hebt gezworven en omwegen bewandeld. Nu weet ik het: mijn verhaal is duidelijk: er was een klein, gevoelig, druk nakomertje in een warm huis in het zuiden, met heel veel visite. Er was een boodschap dat je goed moest zijn voor de ander. Lief zijn was belangrijk, leren was belangrijk. Ze nam haar talenten voor lief en ze ging zich wijden aan de mensen. Haar kracht: de ander echt kunnen zien en accepteren en dat met behulp van haar talenten vormgeven in taal en beeld. Haar zwakte: verdwijnen in andermans wereld en in de angst niet goed genoeg te zijn. Levensverhalen verzamelen en vormgeven, elkaars reis zien en ervaren en zo meer begrip voor elkaar krijgen. Dat doe ik, omdat ik dat zo ontzettend leuk vind en omdat ik geloof dat het iets toevoegt aan het welzijn van de ander en van mezelf. Of het nu Huis van Duif heet of Esther van der Wegen, ik heb mijn thuis gevonden. Het is er soms heel druk en soms zit ik, net als vroeger, in mijn eentje met mijn hoofd vol verhalen en maak ik er wat moois van.