Verhaal geschreven voor festival Op de Vulkaan op 9 april
“De crisis heeft mij niets goeds opgeleverd, lieve Esther, ik heb er een dagtaak aan om mijn leven een zinvolle invulling te geven. Ik weet zeker dat er genoeg mensen zijn die hun crisis als een zegen zien, maar ik niet.” De reactie van mijn goede vriendin Cornelia zette me aan het denken. In een mail had ik diverse vrienden en bekenden gevraagd of hun persoonlijke crisis een zegen was of een vloek. Want de Vulkaan kan uitbarsten, maar of het altijd een dusdanige vruchtbare grond oplevert voor de persoon zelf is nog maar de vraag. Cornelia is iemand die zo ongelooflijk veel goed doet voor anderen, daar heeft ze inderdaad een dagtaak aan, dat ik durf te beweren dat ze dat met een gezin van twee of drie kinderen nooit had gedaan. Want dat is haar pijn, haar onvrijwillige kinderloosheid. Het is nog steeds een groot verdriet. Maar dat wil niet zeggen dat ze geen plezier en geluk beleeft aan wat ze voor anderen betekent. Dat geloof ik niet.
Pijn is iets wat hoort bij de persoonlijke crisis en ook bij de crisis op wereldschaal. Het is iets waar we niet heel erg graag bij stilstaan, we moeten door, we moeten succes hebben. En op de social media delen we alleen ons plezier en ons geluk. En ik voorop. We krijgen een vertekend beeld van wat echt is en tegelijkertijd zijn we dol op authenticiteit. Maar wat is authentiek in dit informatietijdperk, in deze Vulkaanuitbarsting van authentieke boodschappen? Is het een spel waarin we ons zo echt mogelijk voordoen, zolang het maar niet lelijk is? Zolang het niet raakt aan angst of eenzaamheid? Als we beide onder ogen zien, het verzengend vuur en de bloemen, beter nog, als we het delen, pas dan kunnen we met open vizier de ander en onszelf tegemoet treden en verder brengen. Pas dan kunnen we groeien.
Het lijkt ook bij deze tijd te horen dat we een crisis overwinnen, want verlies is alleen maar te accepteren, als we er op terug kunnen kijken, achteraf, en als we aan kracht hebben gewonnen. De Amerikaanse droom die eruit bestaat te winnen van de vijand in ons of erbuiten en dan hebben we het niet over het gevecht en de agressie die er tussen zat. In de reactie op mijn mail kreeg ik van mensen nogal eens te horen “ik weet eigenlijk niet of ik er al wel uit ben” Want wanneer is een crisis ten einde? Wanneer heb je het gevoel eruit te zijn? Of “er sterker uit te zijn gekomen”? Is dat niet een verhaal om ons het gevoel te geven dat een crisis op zich alleen is te accepteren, als we kunnen afwegen wat ie ons heeft opgeleverd? Als we de pijn en de frustratie die er bij hoort, zo snel mogelijk vergeten.
Ook kreeg ik als reactie “Ik weet niet of ik wel eens een crisis had, wel perioden van onzekerheid en twijfel.” Is een crisis wel een crisis? Is het niet gewoon transformatie? Toen ik laatst weer eens gierend van het huilen op de grond lag, tot wanhoop gedreven en dat zeg ik zonder enig zelfbeklag of theatrale neiging, dacht ik: “waarom deel ik dit niet met anderen? Ik weet zeker dat ik niet de enige ben.” Mijn crises bestaan er vooral uit dat ik niet doe wat ik eigenlijk wil maar naartsig op zoek ben naar bevestiging van anderen. Ik zou eigenlijk een schrijver en beeldend kunstenaar willen zijn, een cultureel ondernemer, een inspirator maar verzin duizend excuses om dat niet te doen. Het eigenlijke excuus waarom ik het niet doe, is angst. Ik kom uit een familie waarin angst meer regel dan uitzondering was. Ik had een vader die steeds zei: “Als ik het nog eens over mocht doen, trouwde ik met dezelfde vrouw, maar verder deed ik alles anders.” Hij had niet het vermogen te worden wat ie wilde, te zijn wie hij was,er zat steeds iets in de weg. Dat heeft er voor gezorgd dat ik, zijn jongste, alleen nog maar verander van baan en van cursus omdat ik bang ben in iets te belanden waar ik niet in wil zitten. Wat ik echt wil, ligt niet binnen mijn bereik denk ik. Want in deze tijd? Kunstenaar en schrijver? Ben je niet goed bij je hoofd? Daar valt geen droog brood mee te verdienen? En dan moet je wel echt heel goed zijn hoor?” Ik doe dan al niks meer. Ik verdoe mijn tijd met solliciteren , vacaturesites afstruinen en praten met coaches, terwijl ik in die tijd al heel veel moois had kunnen verrichten. Ik had Alice in Wonderland twee al kunnen schrijven, mijn boek over Frieda, de tuinman en de actrice, mijn boek met illustraties over drie zussen in een warenhuis, ik had mijn serie tekeningen al kunnen aanvullen. Mijn projecten levensverhalen in de wijk al kunnen opstarten. Er zijn zoveel prachtige zaken die ik had kunnen verrichten, maar ik hoor steeds iet s anders in mijn oor tetteren. “je moet aan het werk, je hebt een hypotheek, wie denk je wel dat je bent” en vooral “Je bent niet goed genoeg” , de angst om te falen, de angst om daar naartoe te moeten waar het oncomfortabel wordt, naar het nieuwe, het onzekere. Het land waarvan je niet weet wat je kunt verwachten. De crisis zit hem er vaak juist in dat we die stap niet zetten. De wereldcrisis houdt ons ook in een greep van angst voor de onzekerheid van wat gaat komen als we dat oude systeem loslaten, onze oude gewoontes en symbolen en een nieuwe weg inslaan. De crisis gaat met schokken, maar het vermijden ervan misschien nog wel meer.
Misschien ligt het geheim van de Vulkaan er wel in dat we hem in zijn spuwende gat kijken, misschien wat schroeiplekken overhouden, maar uiteindelijk wel de bloemen koesteren. We hebben allemaal pijn en we zijn allemaal gekwetst. We hebben onze kinderen verloren, of we hebben ze nooit gekregen, we zijn ons werk en ons huis verloren, we zijn vernederd door onze vader, we zijn gekleineerd door onze moeders, we zijn verwaarloosd, we zijn gepest, we zijn genegeerd en niet gezien, we zijn niet voor vol aan gezien, we zijn onze ouders verloren, we zijn niet begrepen, we zijn doodgegaan en weer opgestaan. Het is Pasen, we vieren de verrijzenis. Na de vreselijke marteldood, is er licht gekomen, En ik denk ook dat ons leven daar uit bestaat, vreselijk lijden en louteren en als we een van de twee niet goed doen dan zijn we maar half aanwezig. Dan blijven we schemeren en dromen en doen we niet wat ons gelukkig maakt, omdat de angst te groot is of omdat we worden afgeleid. Als we op Facebook alleen maar onze duim omhoog kunnen steken en er geen huilend mannetje is waarin we ons medeleven kunnen betuigen, blijven we maar succesvol lijken. Mijn vrienden denken dat het geweldig met me gaat omdat ik alleen mijn successen deel. Een vriendin van me is laatst van Fb afgegaan omdat ze ontdekte dat iedereen het alleen gebruikt om zich te laten zien. En dat als iedereen zich alleen maar laat zien als blij, gevat en creatief, het precies het omgekeerde effect heeft bij de kijker/lezer. Je denkt dat er iets mis met je is, als je weinig wordt geliked, of als je het gevoel hebt dat je niet zoveel creativiteit of gevatheid kunt laten zien als die ander doet. Je blijft maar kijken en delen, alleen maar om het gevoel te hebben dat je er toe doet en dat je bestaansrecht hebt. Woorden als liefde en betekenis geven worden op Facebook uitgelegd als Like en Favourite en je wereldbeeld vertekent als je je wereld alleen nog ziet door een digitaal scherm. En wat is delen dan nog waard?
Pijn blijft pijn, en zo erg is het meestal niet, alles wat je doet om hem te vermijden is erger. Ik ben een expert. Ik heb steeds het gevoel dat ik mijn best moet doen om te leven. Dat ik net iets harder moet lopen, dat ik net iets meer moet zeggen, of net iets meer moet troosten omdat ik anders niet goed ben. Maar datgene wat ik wil, doe ik niet. Of niet genoeg. Omdat ik mezelf afwijs als ik maar een beetje ga schrijven en schilderen. Daarvoor ben je hier niet op de aarde gekomen, om maar een beetje te freewheelen. Groots en meeslepend leven is maar voor weinigen weggelegd, dat is een droom, iets wat maar een paar goden is gegeven, denken we. En de rest? Die twittert en facebookt dat het een aard heeft om maar te laten zien dat zij ook eigenlijk wel goden zijn, maar dat nog niet iedereen dat ontdekt heeft. We willen succes zonder bulten en schrammen, lekker makkelijk. Like onze stukken, like onze portretten, like onze filosofische gedachten, like onze materiële successen, like onze hoge hakken, like onze “ik heb vijf kinderen en ook nog een carriere en ik ben slank en mooi en ik heb nog vijf keer sex in de week ook.” Like onze “ik heb de laatste show van Lady Gaga in NY gezien en ik vond er niks aan, ze is op haar retour.” Like de “ik zou graag met je afspreken maar ik heb het zooo druk” Likelikelike en krijg kramp in je duimen.
Toen mijn vriendin Juliette Santegoeds en ik Op de Vulkaan bedachten gebeurde er ineens interessante dingen. Eerst raakte ik in vervoering van een idee, toen stortte ik in en toen stond ik op en begon het ineens leuk te vinden. De beweging van crisis en opstaan was precies wat zich in mij voltrok. Meestal stort ik me ergens enthousiast in, om vervolgens in te storten en me weer op iets anders te richten, maar dit proces hielp me om mijn kracht en enthousiasme te ontdekken en vast te houden. Waar ik steeds vluchtte begon ik zomaar te genieten en mijn angst werd ineens kracht. Wanneer weet ik niet, want er zat ergens zeker een moment dat ik af wilde haken, omdat ik bang was te falen en het niet te kunnen. Our fear is that we are that we are powerful beyond means lijkt voor mij geschreven, de angst om je nek uit te steken, om krachtig te zijn en boven jezelf uit te stijgen. En toch, ineens deed ik het. Omdat het nu was dat rots in de branding Juliette maar overeind bleef en me begrijpend aanhoorde in mijn paniek of omdat ik het gevoel had iets moois in handen te hebben, ik weet het niet, ineens ben ik opgestaan. En de stress was ineens maar stress en de angst was ineens maar angst en ik wist vooral dat we heel veel lol zouden gaan beleven en dat we iets prachtigs zouden neerzetten. Falen kon altijd nog.
Als ik teken heb ik geen pijn, want dan weet ik wat ik moet doen, soms lukt het niet en dan weet ik dat ik mijn best moet doen iets te leren en dan raak ik gefrustreerd en daar kom ik dan uit bij de pijn, de pijn van ik kan het niet, de pijn van ik ben een mislukkeling, de pijn van het afgewezen zijn als kind. Alles wat er helemaal niets mee te maken heeft komt voorbij, en het is ook maar gewoon wat bij je hoort, bij de een een Pandora’s box, bij de ander een heel klein zilveren doosje met een zere kloppende zweer er in. Maakt niet uit. De pijn ligt dichtbij wat je gelukkig maakt. De pijn ligt dicht bij de liefde, niet de like, maar de liefde. De liefde waardoor de Vulkaan uiteindelijk uit zijn voegen barst en ons zoveel geeft dat we niet weten waar we ze plukken moeten . Het geluk zit hem in de onderstroom en we weten allemaal waar die zit. Natuurlijk zit die ook in het geven aan anderen, natuurlijk zit ie in de glimlach van je kind, natuurlijk in de ogen van je lief. Maar die onderstroom die ik bedoel zit vooral in jezelf en die heeft niks te maken met de ander, zelfs niet met je kind, al denk ik, benadert je kind die stroom nog het dichtst. Je kind komt het dichtst bij de liefde, maar dat is vooral omdat het je wezen raakt en dat wezen daar moet je naartoe. Daar kan wat beschadiging zitten, daar kan wat pijn zijn, en geloof me dat kan ook onuitputtelijk veel zijn, maar daaronder zit een kern die , net als de Vulkaan kolkt en woedt en die geen kwaad in de zin heeft. En als je er goed naar luistert, zul je horen hoe groots en meeslepend je bent, hoeveel je aankunt en hoeveel je kunt overwinnen. En dan zul je doen wat je hier zult doen. En dan zul je de ander beter begrijpen, want die is net als jij, bezig zijn eigen werk te doen. En van daaruit, zul je samen zien wat je kunt verrichten en hoeveel bloemen je kunt laten bloeien. Pijn en liefde, dat is alles wat we zijn, maar nog meer zijn we liefde. Cornelia’s liefdeswerk is haar al vooruitgesneld, en haar pijn vergezelt haar, al is het niet van harte. Een persoonlijke crisis is de pijn erkennen en de lessen eruit leren en zien dat we dit met elkaar delen. Omarm elkaar , omarm jezelf.