Op zaterdag 2 november was ik op het congres “Schrijf dat boek“. Ik schrijf momenteel aan mijn eerste boek “Ik ben Mott Molly” en kan wel wat advies gebruiken.
Niet bang voor je moeder
Renate Dorrestein was een van de sprekers. Ze vertelde over schemagerichte schrijvers en rommelaars, over twaalf keer herschrijven van je boek en over hoe je niemand moet sparen. “Als je bang bent wat je moeder er van zal vinden, moet je niet gaan schrijven.” Ik vond het vooral geruststellend dat ik mag “rommelen” en zoeken. Fijn om te weten dat ik niet “behangrollen” hoef te kruipen vol plots en karakters, zoals Thomas Roosenboom. Schema’s zijn niet aan deze dame besteed. Ik schep met vallen en opstaan.
Het geheim van Hella Haasse
Peter Buwalda was ook te gast en hij legde precies uit hoe je als “plotgedreven” schrijver je plot opbouwt en hoe je als wiskundeleek toch een geniaal wiskundige op kunt voeren. “Robert Dijkgraaf moet het ten slotte ook geloven.” Aleid Truijens vertelde over het geheim dat de biograaf drijft tot het schrijven van het boek. De moord die in de biografie van FB Hotz een grote rol speelt, is daar een goed voorbeeld van. Nu gaat ze een biografie van Hella Haasse schrijven. “Ik heb het gevoel dat zij ook een verhaal verbergt wat we niet weten.”
Inspirerend
Ik heb een hele interessante dag gehad. Met een levendige masterclass van schrijver Cathelijn Schilder als uitsmijter. Zeer prikkelend verhaal over hoe je met weinig materiaal toch een goed verhaal kunt schrijven. Zelf bracht ze onlangs “Eerst een huis” uit en ze vertelde over het ontstaan ervan. Ik kwam er helemaal geïnspireerd van terug. En ik ben natuurlijk meteen gaan schrijven. Dorrestein had namelijk een gouden tip tegen een writers block “Iedere dag dat je niet schrijft, maak je een tientje over aan Geert Wilders.” En dat werkt kan ik je zeggen.