Ik was achttien en ik stond voor Who is Afraid of Red, Yellow and Blue III van Barnett Newman. Het was mijn eerste kennismaking met moderne kunst en met het Stedelijk Museum. En het zal aan mijn leeftijd hebben gelegen en aan de tijd waarin ik noch kind noch volwassene was, waarin de wereld nog heel absoluut en duidelijk was en verwachtingen nog ruimschoots konden spillen over de rand, zonder inlossing, maar het gebouw was erna nooit meer zo wit, nooit meer zo licht en de trap nooit meer zo iconisch en het schilderij had niet meer de magie die het toen had, die eerste keer.
Toen ik daar stond, voor dat enorme rode vlak, dat allesbehalve egaal was, maar een landschap van lijnen, strepen, chaotisch, alle kanten op gaand, had ik maar een gedachte naast alle onrust, die er in mij en in mijn blik gevangen zat: “Oh, dat is dus de betekenis van kunst. Dit wordt er bedoeld.” De werking van de kleuren, de verfstreken raakten direct een ruimte van binnen waar de taal wordt weggedrukt en waar het beeld een op een rijmde met een plek in mij waar ik niet rusten kon en waar ik niet van weg kon komen. Mijn zoekende geest reisde met het woeste rood, zocht begrenzing in het geel en het blauw, mijn onzekere, onaffe kind mocht spelen in die ruimte, de schets die ik nog was moest mee in het woeden der wereld, het rood.
Ik geef er nu woorden aan, maar veel taal had ik toen niet, ik stond daar en werd erin getrokken, geen vaste grond onder mijn voeten, ik moest mee in dat rood en werd er heel even bovenuit getild. Als ik toen had kunnen uitzoomen, naar mezelf nu, had ik het kunnen opvatten als een teken, een voorspelling van degene die ik zou worden: een zwerver, een pelgrim, zoekend naar een diepere waarheid, naar de betekenis van leven, troost vindend in kunst en dat vormgeven in de begrenzing van taal.
Who is afraid…. moet ik altijd nog even zien als ik in het Stedelijk ben, maar het is nooit meer zo geweest zoals toen, op mijn achttiende. Het kan zijn dat het te maken heeft met de verwonding van het doek en de restauratie erna, maar het kan ook zijn omdat die ervaring, die leeftijd waarop alles begint en alles nieuw is, de intensiteit waarmee je leeft en alles opzuigt nooit meer is als toen op je achttiende. Ik moet denken aan een scène uit mijn lievelingsfilm The Hours, waarin Clarissa, een van de hoofdpersonen, het in een gesprek met haar dochter heeft over geluk. Ze herinnert zich een ochtend, toen ze jong was, waar alle mogelijkheden open leken en zij dacht: “Dit is het begin van geluk.” Maar dat was niet zo, realiseerde zich later. Het was geluk.
“Zijn schilderijtitels kunnen volgens Barnett Newman betrekking hebben op de Bijbel of de joodse mystiek, maar ook bijvoorbeeld op de Griekse mythologie. In alle gevallen stelt Newman de verhouding van de mens tot het hogere aan de orde. Hij adviseerde bezoekers letterlijk om zijn werk vooral van dichtbij te bekijken; een overweldigende fysieke en emotionele ervaring die hen bewust moest maken van zichzelf en hun plek in het universum.”
(bron: website Stedelijk Museum Amsterdam)
Het Stedelijk Museum Amsterdam is vanaf 1 juni weer open. In de expositie van de vaste collectie, kun je nu Cathedra zien van Barnett Newman. De Collectie Stedelijk Base verandert in de loop van de tijd steeds van samenstelling.